Tussen zondag 15 januari en donderdag 2 maart 1933 zijn er acht ontmoetingsmomenten geweest van Mariette met ‘een nieuwe dame in een witte jurk met een blauwe band, gelijkend op het Mariabeeld in onze kerk, zoals ze zelf aangaf.
De eerste verschijning – zondag 15 januari
Het had gesneeuwd en er waaide een koude, droge wind. Het kleine meisje Mariette, die voor het keukenvenster zit, ziet plots in het tuintje voor het huis, op enkele meters afstand een lichtende dame, die daar onbeweeglijk staat en glimlacht. Als de dame even later met haar hand wenkt en Mariette naar buiten wil gaan, wordt ze tegengehouden door haar moeder, die de deur sluit.
s’ Anderdaags vertelt ze het voorval aan haar ouders, haar vriendin en aan de kapelaan. Niemand wil haar geloven.
De tweede verschijning – woensdag 18 januari .
Om 7 uur s’ avonds voelt Mariette zich aangetrokken om, ondanks haar angst voor het donker, toch naar buiten te gaan. Kijkend naar de plaats waar ze vorige zondag de lichtende dame had zien staan, verschijnt er opeens een licht tussen twee hoge dennentoppen. De dame, eerst klein in de verte wordt groter naarmate zij nadert. Op enkele passen afstand blijft ze staan boven de bevroren grond. Mariette houdt een rozenkrans in de hand en bidt zachtjes.Weer wenkt de dame naar het meisje, terwijl ze zachtjes achteruit loopt. Het meisje volgt haar. Uiteindelijk stopt ze op een plaats waar er water uit de wegberm sijpelt en dan zegt de dame tegen het meisje:‘Steek uw handen in het water’ . Terwijl Mariette haar gehoorzaamt, zegt ze vervolgens: ‘Deze bron is mij voorbehouden . Daarna verdwijnt ze al zeggend: ‘Goede avond, tot weerziens’.
De derde verschijning – donderdag 19 januari.
Om 7 uur gaat Mariette, net als de vorige avond weer naar buiten. Nu is haar vader bij haar. Ook de kapelaan is gekomen samen met de familie del Marmol en dokter Heuse.
Na enkele pasjes lopen door de sneeuw, gaat ze op haar knieën zitten en begint te bidden. Plots is de dame weer daar. Als Mariette haar vraagt wie ze is, antwoordt ze: ‘Ik ben de Maagd der Armen’.
Net als de avond ter voren, loopt ze rugwaarts terug, en stopt bij de bron. Al ze de dame vraagt waarom de bron voor haar is voorbehouden, antwoordt deze: ‘voor alle natiën, …voor de zieken’. De dame zegt daarna: ‘Ik zal voor je bidden, … tot weerziens’ en verdwijnt
De vierde verschijning – vrijdag 20 januari.
Om 7 uur gaat Mariette weer naar buiten. Nu zijn er al dertien personen die komen kijken. Nadat Mariette op de knieën is gaan zitten om te bidden, roet ze even later: daar is ze, de mooie Dame!
Ze zegt vervolgens tegen het meisje: ‘ Ik zou een kleine kapel willen’. Daarna strekt ze haar handen uit en zegent het kind. Mariette, die even later flauwvalt wordt vervolgens door haar vader, bijgestaan door de buurman naar binnen gedragen. Binnengekomen komt ze weer bij.
Deze ontmoeting duurde slechts een vijftal minuten.
Tussenpauze
Van 21 januari tot 11 februari komt Mariette elk avond om 7 uur bidden in de tuin – het is ijzig kou. Omdat er geen dame meer verschijnt, wordt er veel om haar gelachen….
De vijfde verschijning – zaterdag 11 februari
Vandaag is het precies 75 jaar geleden dat Maria in Lourdes verscheen.
De aalmoezenier van het sanatorium van Glain en vijf verpleegsters, terugkomend van het heiligdom van Tancrémont stoppen bij het huis van de familie Beco om te komen kijken.
Gewoontegetrouw gaat Mariette ook vanavond weer om 7 uur naar buiten om te bidden.
Tijdens het bidden van de rozenkrans staat ze plots op en gaat richting bron.
Ook vandaag knielt ze op weg erheen weer enkele malen. De toeschouwers zien hoe ze plots haar handen in het water steekt en een kruisteken maakt.
Op dat ogenblijk zegt de mooie dame tegen haar: ‘Ik kom het lijden verlichten’ – tot weerziens!’
De zesde verschijning – woensdag 15 februari
Ook in de voorbije dagen kwamen er weer veel mensen om te kijken – maar de dame kwam niet!
Vanavond is, voor het eerst, haar moeder erbij, in gezelschap van nog enkele dames.
Na een tijdje bidden verschijnt de dame weer. Mariette kijkt de dame aan en zegt: ‘Heilig Maagd, mijnheer de kapelaan heeft mij gezegd U een teken te vragen’
Daarop antwoordt de dame:’ Geloof in Mij, Ik zal in u geloven’….vervolgens fluistert ze nog iets tot het meisje en trekt zich daarna langzaam terug terwijl ze zegt:’ Bid veel, tot weerziens’
De zevende verschijning – maandag 20 februari
Zoals elke avond komen er mensen naar de tuin van de familie Beco. Vanavond zijn er acht personen aanwezig. Ze zien hoe tijdens het bidden Mariette plots weer opstaat en naar de bron wandelt.daar aangekomen zegt ze glimlachend, zoals altijd: Mijn lief kind, bidt veel!’
– Het was overigens de eerste keer dat de dame haar aansprak met :Mijn lief kind –
In tegenstelling ook tot de vorige keren, verdwijnt nu de glimlach op haar gelaat en met ernstig stem ze zegt:’Tot ziens’ en ze is weg…
Mariette begint te wenen omdat de Dame vanavond zo vlug wegging en omdat ze ophield met glimlachen.
De achtste verschijning – donderdag 2 maart
Ondanks dat het om 7 uur hard regent, gaat Mariette toch naar buiten. Ze wordt vergezeld door haar moeder en nog vier andere dames.
Na een tijdje bidden in de tuin houdt het op met regenen en even later is de dame weer daar. In tegenstelling tot voorheen glimlacht ze avond niet. Met een ernstig gezicht zegt ze tegen het meisje: ‘ik ben de Moeder va de Verlosser, de Moeder van God…. Bidt veel…….vaarwel! Nadat ze haar armen heeft opgetild en uitgestrekt om als het ware het meisje de handen op te leggen, zegent ze haar. Wenend stort Mariette op de grond – het woordje ‘Adieu’, dat de dame vandaag tot haar sprak maakt haar diep bedroefd – Ze weet dat ze haar hier niet meer zal weerzien. De ontmoeting duurde maar 5 minuten.
Adieu – à Dieu – ‘tot bij God’ het is aldus de allereerste wens die Maria bij haar afscheid kom uitspreken