De kleine kapel en de bron
Op donderdag 2 maart vond in het Heilig Jaar 1933 de laatste verschijning plaats van Maria, als de Maagd der Armen.
Een eretitel, maar ook een titel die heel goed past bij dit bijzondere gebeuren dat ‘armzalig’ oogt: een visioen van amper vijf minuten, een karigheid aan onderlinge communicatie tussen de Dame en het kind; geen grootsheid noch luister; ook geen opzienbarende tekenen, ja zelfs weinig publieke belangstelling…. en dit in tegenstelling met de vierde verschijning op vrijdag 20 januari, toen er toch een twintigtal personen in deze uithoek de felle kou trotseerden om te komen kijken.
Samengevat: armoe troef!
Men kan zich bij dit pauper gebeuren afvragen of hier in Banneux het woord van de Psalmist niet van toepassing is: ‘Geheel de glorie van de koningsdochter schuilt van binnen ( Ps. 44,14 ) .
De Kleine Kapel
Terwijl de kerkelijke overheid zich boog over de echtheid van het gebeuren in Banneux, werd er kort na de verschijningen reeds begonnen met het bouwen van een kapel. Deze ‘kleine kapel’, die Maria gevraagd had, zou men bouwen in de voortuin van huize Béco en dit op de plaats waar Mariette O.L.Vrouw in de winter 1933 had mogen ontmoeten.
De kapel met drie bogen, eenvoudig in stijl, werd opgetrokken met materialen afkomstig uit de streek. Binnen de zes maanden was de bouw voltooid. De inzegening ervan vond plaats op de Feestdag van O.L.Vrouw Hemelvaart, 15 augustus 1933.
In de kleine kapel met zijn drie bogen staat enkel een zware marmeren altaar met daarboven een schilderij, dat de Maagd der Armen voorstelt, zoals ze destijds door Mariette werd beschreven:
Een mooie jonge dame, het hoofd iets naar links gebogen, getooid met een lange witte sluier, een glimlach op haar gelaat, gekleed in een lange witte jurk met rond haar middel een blauwe gordel;
haar handen gevouwen en in haar rechterhandpalm een witte rozenkrans; op haar rechter voet droeg ze een gouden roos…;de beeltenis straalde een helder licht uit en een stralenkrans tooide haar hoofd..
Zo beschreef Mariette haar en zo werd haar beeltenis vastgelegd door schilder Léon Jamin.
Het schilderij in de kleine kapel werd in augustus 1935 vervangen door een drieluik; in het midden staat nu de beeltenis van Maria, links ervan toont de landweg waarlangs Maria Mariette de bron aanwees; het rechterluik is een afbeelding van het kleine meisje Beco, geknield en met de handen gevouwen, opkijken naar de ‘mooie Dame’.
Vóór het altaartje, op de plek waar Mariette destijds zou gestaan hebben, ligt in de vloer een witmarmeren steen. Hierop staat te lezen: Huc veniens Voluit Matris Recludere Pectus,
Dit betekent: ‘Hierheen komend, wilde Zij ons haar moederhart openen’
De bron
Vanaf het woonhuis Béco loopt een modderige landweg door het bos naar Tancrément. Op zo’n honderdtal meter verderop bevindt zich de bron. Het is langs deze land weg dat Maria achteruit schrijdend liep en die Mariette volgde. Onderweg zou ze daarna driemaal halthouden.
Net als in Lourdes staat ook hier in Banneux de bron in directe relatie met de boodschap die er gebracht werd.
Steek uw handen in het water. Deze bron is mij voorbehouden: Maria’s woorden bij de tweede verschijning.
Bij de aanwijzing door Maria was de bron echter geen opwellende fontein, integendeel zelfs. Langs de weg lag er destijds immers een slijkerige gracht. Verscholen tussen grassprieten en laag struikgewas was er een kleine opening in de berm zichtbaar, waaruit water vloeide, dat in een geultje zijn weg bergafwaarts zocht. Een ware modderpoel, …
Op verzoek van de ‘mooie dame’ stak Mariette haar handen in het ijskoude water… en vele mensen zouden voortaan haar voorbeeld volgen.
Maar, degene die naar de bron voert, noemt zich uitdrukkelijk de Maagd der Armen!
En is het uitsteken van de handen geen natuurlijk gebaar om je kleinheid, je armoede en overgave uit te drukken? Bron en water, twee elementen met een diepe, Bijbelse betekenis.
De bron neemt dus in Banneux een centrale plaats in. Om het de talrijke bezoekers wat comfortabeler te maken werd er ter plekke een arduinen waterbekken aangebracht, met daarop de uitnodiging van Maria in het frans: ‘Poussez vos mains dans l’eau’ – Steek de handen in het water.
Op deze bijzonder plaats, waar Maria eens de bron aanwees, werd er ook een altaar gebouwd, met daarop het prachtige chronogram: ’Fons unus Christus Jesus, hunc Alma recludit’ -Dit betekent: Er is slechts één Bron, Jezus Christus! En … vat deze tekst niet mooi samen, waaraan de bron ons herinnert!
Dit altaar werd op 1 mei 1958, 25 jaar na de verschijningen, door de bisschop van Luik, mgr. van Zuylen ingezegend. Zo zou het voortaan mogelijk zijn de H. Mis op te dragen op de plek waar Maria vroeg veel te bidden en waar zij Mariette beloofde voor haar te bidden.
In de loop der jaren zijn er bij de bron de nodige aanpassingen gebeurd om de toegankelijk ervan te verbeteren. En in het arduinen voetstuk waar de beeltenis van de Maagd der Armen staat, is er zelfs een stukje steen aangebracht, afkomstig uit de Massabielle-rots van Lourdes.
Jan Lempens – 2022